Gods Wijsheid of eigen wijsheid
Vroeger moesten de kinderen naar gereformeerde scholen, tegenwoordig mogen we vooral op de kwaliteit van de school letten.
Vroeger werden menselijke en maatschappelijke verhoudingen bepaald door Gods Woord, nu zijn we oud en wijs genoeg om dat zelf te kunnen bepalen.
Vroeger bepaalde Gods Woord wat gereformeerd was, nu bepaalt het draagvlak in kerk en wereld wat goed voor ons is.
Vroeger werd de werkelijkheid bepaald door Gods Woord, nu door onze huidige leefomgeving.
Vroeger had Gods Woord ook iets te zeggen over nu, nu heeft de bijbel vooral iets gezegd over vroeger.
Vroeger was Gods Woord een licht op ons pad, nu denken we dat dat licht vooral was bedoeld voor de oudtestamentische en begin nieuwtestamentische gelovigen.
Vroeger was Gods Woord een lamp voor onze voet, nu moeten we eerst een actuele energiebron zoeken voordat we de bijbel als lamp kunnen gebruiken.
Vroeger sprak Gods Woord heldere taal, nu is de bijbel tegelijkertijd (!) helder en mistig.
Vroeger moest Gods Woord ons hoofd, hart en handen leiden, nu lezen we de bijbel vanuit ons hoofd, hart en handen.
Wat zijn we goed geworden
Vroeger hadden we op de bijzondere christelijke feestdagen een extra eredienst nodig omdat veel kerkleden zich zo ongereformeerd gedroegen, nu leven we veel degelijker en kunnen we zelf wel invulling geven aan de besteding van zo'n dag. Overigens geldt dat ook van de tweede kerkdienst op zondag en binnenkort ook van de eerste.
Vroeger mochten we geen ongereformeerde lectuur in huis hebben of lezen (of werden vloekwoorden doorgehaald), tegenwoordig kunnen wij en onze kinderen dat wel aan, want we staan stevig genoeg in onze schoenen.
Vroeger moesten we een gereformeerd gezinsblad lezen, tegenwoordig mogen we met een gerust hart geabonneerd zijn op een revolutionair of liberaal blad.
Vroeger mochten we geen liedboekliederen of evangelische liederen zingen vanwege de invloed van dwaalleringen, nu zijn we krachtig genoeg om deze liederen al zingend gewoon automatisch gereformeerd te interpreteren.
Vroeger moesten ambtsdragers worden gebonden aan de belijdenis van de kerk en moest die binding zelfs worden gehandhaafd, tegenwoordig hebben we dat niet meer nodig omdat we zo'n hoog niveau hebben bereikt van goede christelijke intenties dat we nu van elkaar mogen en kunnen uitgaan dat we samen positief stem willen geven aan Gods Woord - ieder op zijn eigen tijd en wijze.
Vroeger was gereformeerd actueel, nu is het een traditie geworden.
Vroeger liepen we heel voorzichtig en behoedzaam over een smal pad vol gevaren, nu rijden we comfortabel, vrij, blij en onbezorgd over een breed geasfalteerde snelweg.
Vroeger lag er een kloof tussen kerk en wereld, nu hebben we die twee verbonden met een breed begaanbare brug.
Vroeger geloofden we een kerk, nu geloven we in een kerk - zolang die onze behoeften bevredigt.
Wij zijn beslissingsbekwaam en bevoegd geworden
Vroeger gingen we naar de kerk omdat God dat wilde, nu gaan we alleen nog als we zelf willen.
Vroeger gingen we naar de kerk omdat we geloofden, nu gaan we als we het als nuttig ervaren.
Vroeger moesten we rusten op de zondag en onze aandacht intensief richten op God, nu mogen we ontspannen en tijd nemen voor onszelf.
Vroeger luisterden we intens naar Gods Woord, nu willen we geëntertaind worden.
Vroeger werd de liturgie bepaald door Gods Woord, nu bepalen we dat gemeenschappelijk.
Vroeger moest de wijkouderling er iets van zeggen als we de kinderen naar niet-gereformeerde scholen stuurden, nu mogen we die keus ondergeschikt maken aan onze persoonlijke verantwoordelijkheid en welzijn.
Vroeger moesten we lid zijn van een gereformeerde vakvereniging - geen algemeen christelijke en al helemaal geen seculiere -, nu mogen en kunnen we het wel voor onszelf verantwoorden.
Vroeger was er eenheid in ons gemeenschappelijk levensgedrag, maar we hebben zo'n geestelijke groeispurt ondergaan dat we nu wel zelf individueel ons gedrag mogen en kunnen bepalen.
Vroeger bepaalde een synode wat er mocht worden gezongen in de kerkdiensten, tegenwoordig mogen we zelf per kerk beslissen wat bij onze geestelijke richting en cultuur past.
Vroeger besliste Gods Woord wat we mochten zingen in de kerk, tegenwoordig de meerderheid.
Wat hebben we nog/niet meer nodig?
Vroeger moesten we strijden, tegenwoordig staat de onderlinge liefde centraal.
Vroeger hadden we een belijdenis nodig om ons te houden bij wat gereformeerd was, nu hebben we genoeg aan het onderlinge vertrouwen.
Vroeger waren de belijdenissen van de kerk actuele werkdocumenten, nu zijn het traditionele formeel-juridische documenten.
Vroeger stemde de leer van de belijdenissen in alle delen met Gods Woord overeen, nu gaat het te ver om dat nog zo stellig te beweren.
Vroeger waren de kerkorde en het ondertekeningsformulier bindend, nu beschrijven deze de huidige omgangsvormen.
Vroeger zongen we Gods scherpe Woord, tegenwoordig zingen we mooi klinkende en als prettig ervaren liederen van allerlei geestelijke snit.
Vroeger putten we uit de gereformeerde traditie, tegenwoordig uit de volledige breedte van alle algemeen christelijke brede stromingen.
Vroeger hadden we tucht nodig, nu hebben we genoeg aan onderlinge liefde, vertrouwen en positieve stimulansen.
Vroeger hadden we een gemeenschap nodig, nu hebben we genoeg aan onszelf en anderen mits die goed bij onze (religieuze) persoonlijkheid passen.
Vroeger vond de jeugd de kerk relevant omdat ze geloofde dat de kerk per definitie relevant was, nu moeten we de kerk doorlopend aanpassen aan de regelmatig-veranderende-gevoelens-van-relevantie bij jong en oud.
Vroeger zochten we de comfort zone (positief bedoeld) in de buurt van Gods Woord, nu dicht bij onszelf.
Vroeger was de gereformeerde comfort zone 'the place to flee to', nu 'the place to flee from'.
Vroeger waren we beducht voor invloeden van een duivel, de wereld en ons vlees - tegenwoordig ervaren we voor onszelf die invloeden niet meer als zo evident gevaarlijk en varen we meer op ons positieve vertrouwen in de toekomst.
Toen waren we geneigd tot alle kwaad, nu gaan we er van uit dat we allen samen in liefde en goede bedoelingen het goede nastreven.
Toen waren we zwak, nu voelen we ons sterk!
Toen werd ons leven door Gods Woord bepaald, nu zijn we zo gegroeid dat we zelf wel kunnen beoordelen wat goed is en wat niet. Wie doet ons wat!
Â
Toen hadden we doodsvijanden1,
nu hebben we onze vijanden lief...
en hebben onze vijanden ons lief......
...............................................................
JT
1Heidelbergse Catechismus Zondag 52
Met dank aan Jan-Willem Roosenbrand • vrijgemaakt-gereformeerd predikant in Groningen die mij voor het maken van dit artikel heeft gestimuleerd door het publiceren van zijn opinie in het ND d.d. 21 mei 2014: Eerlijk de Bijbel laten spreken: Een satirisch stukje gericht tegen degenen die nog het gezag van de Schrift in meer of mindere mate willen aanvaarden.
< Vorige | Volgende > |
---|
Ik beloof niet dat ik altijd op uw reacties reageer, maar streef er wel naar om eventuele reacties te verwerken in dit of een volgend artikel. Ik behoud me het recht voor om naar mijn oordeel ongezonde of ergere reacties te verwijderen. U kunt natuurlijk ook reageren via het Contactformulier.
Zichtbaar worden gemaakt: de naam en een link op de naam met een eventueel opgegeven website (te beginnen met http://). Het e-mail adres wordt niet gepubliceerd.